Rond de Turracher Höhe was maar liefst 250 jaar lang de winning en verwerking van ijzererts de drijvende kracht achter de economie. Wie meer wil weten over de mijnbouw uit die tijd en bijvoorbeeld oude mijngangen wil verkennen en edelstenen wil zoeken, kan mee met 'almbutler' Elmar voor een ondergrondse wandeling naar lang vervlogen tijden.
Terug naar de mijnen
Een eeuwenoude legende
De legende van de heilige Barbara - beschermheilige van de mijnwerkers - is geen lieflijk oud sprookje. Volgens de verhalen leefde deze martelares in de 3e eeuw en was ze God onvoorwaardelijk trouw, ondanks de toenmalige christenvervolgingen. Barbara werd daarom door haar vader verstoten, in een toren opgesloten en na negen jaar gevangenschap door hem onthoofd. Hoewel ze eerder nog naar een rotsspleet vluchtte, die zich als een wonder voor haar opende, werd ze door een herder verraden.
Dat leidde alsnog tot haar dood. Volgens de legende wordt de betekenis van de mijnbouw voorgesteld door de afbeelding van de rots, die zich opende en de heilige verborgen hield, als symbool voor het openen van de aarde door de mijnbouw. De wandeltocht van vandaag, naar de Turracher Höhe - midden in het UNESCO biosferenpark Nockberge - draait ook helemaal om wat zich daar ondergronds afspeelt. Benieuwd wat gids Elmar me daarover allemaal kan vertellen.
Met de gondel naar de Barbaraweg
“De heilige Barbara gaat vandaag met ons mee”, vertelt almbutler Elmar. “We wandelen namelijk via de zogenaamde Barbaraweg naar de steenbergen en mijngangen van de vroegere mijn.” We zweven eerst met de kabelbaan naar 2.000 meter hoogte. Boven waait een verfrissende bergwind om onze oren en we genieten van het schitterende uitzicht. “We hebben nog bijna 200 hoogtemeters te gaan. Dan komen we bij de zogenaamde 'Drei-Seen-Blick', het uitkijkpunt over drie meren. Daar kijken jullie pas echt je ogen uit”, belooft Elmar en zet de pas erin.

In pittig tempo wandelen we verder over een slingerend pad naar boven, tussen de bloeiende Alpenrozen door. Niet alleen de Alpenrozen staan op dit moment volop in bloei. Elmar geeft ons even een pauze om te ruiken en legt uit: “Deze witte plant is de witte nieswortel, die is heel giftig. Volgens de overleveringen is Alexander de Grote met deze plant vergiftigd. Bovendien is hij, voor hij gaat bloeien, gemakkelijk te verwarren met de gele gentiaan, dus daar moet je heel erg voor uitkijken. “Want van de wortels van die gentiaan wordt de beroemde gentiaanschnaps gemaakt. Misschien heeft Alexander de Grote destijds ook wel gedacht dat hij de goede gentiaanborrel dronk?

Een van de theorieën is immers dat hij een vreselijke alcoholvergiftiging had. Ik denk hier nog even over na en wandel mee naar boven. Een paar minuten later staan we bij het uitkijkpunt over de drie meren. Elmar heeft niets te veel gezegd, het uitzicht is fantastisch. Kleine mistslierten trekken weg over de bergweiden aan de overkant. We zien de Schwarzsee, Grünsee en Turracher See schitteren. En de zon, die steeds weer door de wolken piept, tekent dansende figuren op de omringende bergen.
Oude mijngangen
Na een uitgebreide pauze gaan we verder naar de Kohrmulde, waar we midden in de mijnbouwgeschiedenis belanden. Hier bevindt zich de voormalige mijn van de Turracher Höhe. Er staat nog een ruïne van een van de mijngebouwen uit die tijd. Elmar draait zich om naar een onopvallende helling. De ingang van de toenmalige mijngangen ligt voor ons. Voor de veiligheid is de mijngang met een hek afgesloten, zodat nieuwsgierige bezoekers er niet op eigen houtje in kunnen. “Vroeger werd hier vermiljoen gewonnen, een mineraal dat kwik bevat”, vertelt Elmar. De mijngang vertakt zich ondergronds meerdere keren, daarom is hij voor de zekerheid afgesloten.
IJzermijn in Turrach
En toch is deze indrukwekkende mijngang maar een stipje op de eigenlijke landkaart van de voormalige mijn. De winning en het smelten van ijzererts in de Steinbachgraben en het Rohrerwald rond het dorp Turrach speelde van 1660 tot in de twintigste eeuw een belangrijke economische rol. Daarbij gebruikten ze uniek gereedschap. In 1863 was de bessemerconvertor de allereerste die binnen het keizerrijk gebruikt werd. In het vuurvaste, cilindervormige vat werd van ijzererts staal gemaakt. In 1909 werd de mijnbouw- en metaalindustrie stilgelegd. Voor wie meer wil weten over deze interessante geschiedenis, is het Montanmuseum in Turrach een aanrader.


Na deze interessante reis wandelen we langzaam weer terug naar ons beginpunt. Voordat we afscheid van elkaar nemen, tanken we eerst bij met regionale lekkernijen. Wat een dag, wat een verhaal. We nemen afscheid met de traditionele mijnwerkersgroet: Glück auf!
Foto's, tekst en video:
Sabine Ertl
