"Je moet proberen alles weg te denken wat je hier ziet. Verplaats jezelf naar de tijd waarin hier nog niets anders was dan bossen, weiden en moerassen". Ik moet een beetje grinniken wanneer Markus, de ranger van het biosferenpark, dat tegen me zegt. Want we staan in het centrum van Bad Kleinkirchheim en we lopen net langs een hotel van meerdere verdiepingen. Ik vind het best moeilijk om me hier ossenkarren en hobbelige holle paden voor te stellen. Ik luister naar de woorden van Markus, die me vertelt over de eerste Beierse kolonisten, die dit afgelegen dal in verhouding tot andere gebieden in Karinthië pas laat ontdekt hebben.
De katholieke parochiekerk van St. Ulrich
We lopen langs een prachtige 'Troadkasten', die me meteen opvalt. Markus legt uit dat de bouwwijze er ook voor zorgt dat deze graanschuren eeuwenlang stand konden houden tegen het weer en andere externe invloeden. Ter voorkoming van brand werden de massieve blokhutten altijd op enige afstand van de boerderij gebouwd. "De 'Troadkasten' was de voorraadkamer van de boeren, waarin levensmiddelen en belangrijke goederen bewaard werden. De boerin verstopte de sleutel onder haar vele onderrokken", legt Markus me uit. Hoeveel verhalen zouden deze 'Troadkasten' ons tegenwoordig nog kunnen vertellen? Er zijn er nog een aantal van te vinden bij de boerderijen in en rond Bad Kleinkirchheim en we zullen er in de loop van de dag nog veel passeren.
Markus en ik wandelen langs de Twengbach, die naast ons voortspettert. Het ruisen van de beek is heel rustgevend, net als de aangename stem van mijn metgezel. Hij laat me de oudste boerderijen zien, die op de hellingen boven Bad Kleinkirchheim staan. Ik leer veel over de oorsprong van de plaatsnamen, die terug te voeren zijn op Slavische kolonisten, de Beierse Aribonen, die hier in de middeleeuwen veel invloed hadden en hij legt me uit wat het verschil is tussen een biosferenpark en een nationaal park.
We bezoeken de parochiekerk van Bad Kleinkirchheim, die gewijd is aan Sint Ulrich. Vanaf een klein kerkhof dat rond de kerk ligt, kijken we direct op de wereldbekerafdaling van deze bekende wintersportplaats. Dat brengt me weer even terug in het hier en nu. Door de tijdreis was ik helemaal vergeten dat ik me momenteel in een van de toeristische dorpen van Karinthië bevind.
© Anita Janesch / Een van de laatste molens in het dorp
Achter de Ulrichskerk lopen we omhoog naar de Kirchheimer Talrunde. We stoppen bij een van de laatste molens in het dorp, waar Markus me uitlegt hoe die werkt. Ik geniet van het prachtige uitzicht hierboven en mijn blik zwerft naar de verte, over dit trogdal dat in de ijstijd door gletsjers gevormd is. Het is ongelooflijk rustig en idyllisch.
We lopen door naar de evangelische kerk in het dorp, waar ik van alles te horen krijg over de tijd van de reformatie en de contrareformatie. We wandelen over oude smokkelaarspaden, waar vroeger lutherse bijbels verstopt werden, omdat de mensen niet protestant mochten zijn. Het zijn smalle paden, waarlangs links en rechts struiken en loofbomen groeien. Het lijkt wel een sprookjesbos. De zon knippert hier en daar door het struikgewas en doopt het pad in een lichtgroen licht. Tot het weer helemaal licht wordt en een diepgroene weide zich voor me uitstrekt, waarop een kapelletje staat. Ik merk dat we op het hoogtepunt van onze wandeltocht aangekomen zijn.
Bedachtzaam naderen we de kleine kerk van St. Kathrein. Hier ligt de 'traan van God', zoals de thermale bron die hier uit de bodem borrelt in de volksmond liefdevol genoemd wordt. Een vreugdetraan van God, welteverstaan, want het warme bronwater schijnt een geneeskrachtige en reinigende werking te hebben. Er wordt gezegd dat boerinnen hun ogen, die geïrriteerd waren door de rook in de rookkeuken, met dit water wasten. Daarom heet deze bron ook nog de 'Ogenbron'. De eerste kolonisten merkten de bijzondere eigenschappen van dit water, dat ze in houten troggen opvingen, waarschijnlijk al op. In 1492 werd ter bescherming van de bron de eerste kapel over de bron gebouwd. In de loop der eeuwen werd hij vernietigd, opnieuw gebouwd en vergroot.
De warme bron bevindt zich in de crypte, een heel mystieke plek. De ruimte wordt verlicht door een grote hoeveelheid kaarsen en ik bewonder de smeedijzeren doopvont. Pelgrims hebben de Pietá omhangen met rozenkransen en hun wensen, gedachten en gebeden in het gastenboek geschreven.
"Dit is een heel bijzondere krachtplaats voor me, ik kan me hier volledig ontspannen en tot rust komen",
zegt Markus. We zitten op een bankje in een nis van de arcades, genieten van de warme zonnestralen en luisteren naar het rustgevende spetteren van de bron in de crypte. We zwijgen een tijdje en laten onze gedachten gewoon de vrije loop, voor we aan de laatste etappe van onze gezamenlijke tijdreis beginnen.
We praten over het ontstaan van het eerste openbare badhuis, meer dan 300 jaar geleden, en de eerste verblijven in de kuuroorden in de 19e eeuw. De basis voor de ontwikkeling van het toerisme werd gelegd door Hans Ronacher, die het oude badhuis overnam en een hotel met 50 bedden opende. In de jaren 1920 werd de eerste therme geopend en in de jaren 1950 volgde de eerste skilift.
Onze gezamenlijke tijdreis door Bad Kleinkirchheim eindigt voor de therme St. Kathrein, het badhuis dat het afgelopen jaar volledig gerenoveerd is. Er staat een mooie stenen fontein voor, waar het water van de Katharinen-bron uit stroomt. Iedereen mag hier water tappen of zijn dorst komen lessen – een soort warm bronwater 'to go'.
Na bijna drie uur scheiden onze wegen zich hier. Alsof hij mijn gedachten kan lezen, vraagt Markus wat ik nog meer ga doen in Bad Kleinkirchheim. Ik antwoord dat ik nog een keer naar boven wil lopen, naar de kapel en dan verder de Talrunde volgen tot aan de houten banken, die vanaf het kerkje te zien zijn. Markus geeft me daar nog een tip voor: "Dan moet je ook in het houten bed gaan liggen en genieten van het uitzicht op de lucht".
Ik neem zijn tip ter harte en word hierboven beloond met het allermooiste uitzicht over Bad Kleinkirchheim. Terwijl ik in het houten hemelbed lig, hoor ik niets anders dan het ruisen van de bladeren en het tjilpen van de vogels.
Deze wandeltocht is niet alleen geschikt voor mensen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van het dorp, maar is ook perfect om de stress van alledag kwijt te raken en helemaal in vakantiestemming te komen. Deze woorden van Markus klinken na in mijn hoofd wanneer ik opnieuw naar de crypte in de kapel ga om nog een kaarsje aan te steken en even helemaal te ontspannen.
Foto's en tekst: