Gletsjertrekking op de Pasterze:
een overgetelijke expeditie in de oostelijke Alpen

Een dag op het 'eeuwige' ijs in Nationalpark Hohe Tauern – dat is de kortste beschrijving van een van de 'magische momenten' die je sinds kort op de Pasterze kunt ervaren. Vandaag gaan we dus op pad naar het grootste, het hele jaar bevroren ijsveld van de oostelijke Alpen: een gletsjer, waarvan de uitlopers uitsluitend via de Großglockner-Hochalpenstraße te bereiken zijn en die, na een ritje bergop met de kabeltrein, via een geologisch educatief wandelpad toegankelijk is. Iedere bezoeker van het nationale park mag er heen – maar alleen mensen met ervaring in het hoogalpine gebied mogen zich op het gegroefde oppervlak wagen – of er moet een berggids bij zijn, die oplet dat je geen fouten maakt. In ons geval is dat Martin – een van de beroemde 'berggidsen van Heiligenblut'.

In Heiligenblut staat de wieg van het moderne alpinisme: hier werd 150 jaar geleden de eerste berggidsenvereniging van Oostenrijk opgericht. Een paar jaar daarvoor ging keizer Franz Josef naar het uitkijkplatform, dat sindsdien de naam van deze Habsburger draagt. Op die plaats, waar nu een meer dan levensgroot standbeeld van de keizer staat, kun je zowel de Pasterzengletsjers als de hoogste berg van Oostenrijk, de Großglockner (3.798 meter), tegelijk fotograferen.

Een ranger van het nationale park is niet alleen een levensverzekering voor de tocht naar het ijs, maar ook iemand met grondige kennis van de geologische verbanden van dit gletsjerfenomeen. "We nemen ongeveer vier uur de tijd. Hoe ver we in die tijd komen, tijd komen, kan ik nu nog niet zeggen. Drie weken geleden was ik voor het laatst op de gletsjer, en intussen ziet het er hier weer helemaal anders uit. Ik baan mezelf met mijn gasten elke keer een nieuwe route door de plooien, spleten en steile breuken. Misschien komen we tot de Hufeisenbruch (een breuk in de gletsjer). Of we blijven op de onderste helft, omdat hier al zo veel te ontdekken is", vertelt de ranger bij het uitleggen van de planning voor deze ochtend.

Gletschertrekking Permafrostboden

Zoals gezegd, begint onze trekkingtocht op de plek waar de Pasterze in 1856 nog op ooghoogte lag met keizer Franz Josef waar dit punt naar genoemd is. Tegenwoordig moeten we vanaf het uitkijkpunt van de keizer ongeveer 300 meter omlaag, voor we de eerste stap op het ijs kunnen zetten. Dus stappen we in de historische gletsjertrein – een kabeltrein die ons omlaag brengt naar het ijs. Zelfs daarna duurt het nog even voor we bij de gletsjer zijn. Langs een waarschuwingsbord, dat vermeldt dat je hier op sportschoenen echt niet verder kunt, en een meer waarin fijn zand – het zogenaamde gletsjerslijpsel – zich ophoopt, komen we uiteindelijk bij het midden van de gletsjertong van de Pasterze en gaan we op klimijzers verder.

Nu begint het echte werk. Elke paar meter duikt er links of rechts van ons een spleet op, waarvan we de diepte alleen kunnen peilen aan de hand van het geluid dat vanaf de gletsjermolen onder ons naar boven komt. Bijzonder indrukwekkend: het felle blauw dat vanuit de diepte omhoog schijnt.

De klimijzers aan onze voeten en de wetenschap dat de ranger van het natuurpark weet waar we wel kunnen lopen en om welke stukken we beter met een grote boog heen kunnen gaan, zijn goed voor ons zelfvertrouwen. Daarom duurt het niet lang voor de vraag zich voordoet wanneer we – omdat we nu toch bezig zijn met het afleggen van een alpine gezellenproef – aan het volgende magische moment toe zijn: beginnen met het beklimmen van de Großglockner ...

Maar de gids zet ons met een ander voorstel weer met beide benen op de koude bodem van de Pasterze:

"

"Als jullie willen, kan ik jullie zekeren met een touw en in een ijsspleet afdalen – wie durft?"

"

Hoezo, wie durft. Wat is dat nu voor een vraag! Ik in ieder geval niet.

Maar anderen zijn dapperder: drie vakkundige knopen, waarvan ik de naam alweer vergeten ben, verbinden de waaghalzen met de grondankers. Het ziet er echt wel veilig uit – de zekering beweegt nog geen millimeter.

Voor iemand die, zoals wij, maar zelden in de gelegenheid is om van een ijswand te abseilen, is het een extreem opwindend gebeuren. Omdat de gletsjer voortdurend in beweging is, liggen de meest veelsoortige 'speelplekken' hier op de Pasterze voor het uitkiezen. Heel spectaculair, en met een kleurverzadiging die nergens mee te vergelijken is, is het bezoeken van een grot of het lopen door een ijstunnel.

Op de terugweg naar de gletsjertrein hebben we nog de kans om met een paar bergbeklimmers te praten die net terugkomen van een tocht naar de Glockner. Ze wijzen naar de hut waarin ze de afgelopen nacht gebivakkeerd hebben en geven de route aan waarlangs ze naar boven gegaan zijn. Martin ziet onze gezichten en stelt ons gerust: "Maak je geen zorgen, wij zouden aan de andere kant de berg op gaan – je kunt echt niet meteen met de 'Pallavicinirinne' beginnen ...! De berggidsen van Heiligenblut brengen elke gast veilig naar de top en weer terug!"

Gletschertrekking Eisspalte

Foto's en tekst: Martin Marktl


Verhalen uit de regio